Speerpunt 4

Een economisch gezonde gemeente met een balans tussen vraag en aanbod van arbeidskracht, met een goede werkgelegenheid en een goed ondernemersklimaat​.

Op het bedrijventerrein KIE 2 in Franeker geven we ruimte voor nieuwe bedrijven. Dit terrein is goed over weg en water bereikbaar. Het is geschikt voor bedrijven met een redelijk grote schaal en invloed op de omgeving. Ook bedrijven die naar dat niveau groeien en op hun huidige plek in Waadhoeke geen ruimte meer hebben, kunnen zich hier vestigen. Daarnaast blijft het mogelijk om bij dorpen een bedrijf uit te breiden of te vernieuwen zolang dit in schaal, aard en invloed op de omgeving past. Het is daarbij vooral belangrijk dat plekken goed bereikbaar zijn.

Sommige bestaande bedrijven of bedrijventerreinen zijn door hun ligging minder geschikt voor een bedrijfsfunctie of zijn toe aan een verbeteringsslag. Ze liggen naar de normen van nu te dicht op woningen of  woongebieden of ze zijn verouderd. Deze gebieden zien we graag veranderen. Soms is een verandering naar wonen de meest gewenste ontwikkeling. In een ander geval gaat het om een ontwikkeling naar een gemengde functie. We gebruiken de omslag naar een andere functie ook om de betrokken plekken aantrekkelijker te maken. De gebieden ‘Vliet en Tuinen’ en ‘Vijfhuizen/Zevenhuizen’ in Franeker en  Opslach/Ljouwertertrekwei in Dronrijp zijn hier voorbeelden van.

We willen de samenwerking tussen Overheid, Ondernemers en Onderwijs (O3) behouden en versterken. Hiermee vergroten we de kans dat jongeren in hun eigen regio werk vinden. Dit is gunstig voor een goede balans tussen jong en oud in dorpen en wijken. Het geeft ondernemers de kans om aan te geven aan welke arbeidskrachten behoefte is. En het biedt de mogelijkheid aan ondernemers om werknemers te werven. Een bestaand voorbeeld van de samenwerking tussen overheid, ondernemers en onderwijs is het techniekpact. Dit omvat afspraken en acties die gericht zijn op meer technisch geschoold personeel waar een groot tekort aan is.

We vinden het belangrijk dat ondernemers in de landbouw op een lonende manier een bedrijf kunnen runnen. Er moeten daarom voldoende mogelijkheden zijn om de bedrijfsvoering aan te passen. Dit kan in de landbouw zijn of daarbuiten in de vorm van een neventak. Voorbeelden hiervan zijn activiteiten in de recreatie of de verkoop van lokale producten. Ook kan het zo zijn dat ondernemers hun grond op een andere manier willen gebruiken. Bijvoorbeeld vanwege een verandering naar kringlooplandbouw. Als dit soort keuzes leidt tot andere bebouwing of een andere inrichting dan denken we graag mee over de mogelijkheden.